De traditionele focus van centrale banken zoals de ECB is de kortetermijnrente. Na de wereldwijde financiële crisis zijn haast overal de belangrijkste rentetarieven tot dicht bij nul gedaald. Aangezien de economie daardoor nog altijd niet opnieuw op volle toeren draaide, heeft de Amerikaanse Federal Reserve, de Bank of England en later de ECB zich tot niet-standaardmaatregelen zoals QE bekeerd.
In eerste instantie ging het om maandelijks 60 miljard euro aankopen. Ondertussen steeg de hoeveelheid naar 80 miljard en breidde de ECB haar programma uit naar de inkoop van bedrijfsobligaties en ander schuldpapier.
Daarvoor had de centrale bank van Japan al quantitative easing ingevoerd, al is het op zijn zachts gezegd twijfelachtig of dat beleid succesvol was. De idee is nog ouder en werd al geopperd kort na de ineenstorting van het Japanse groeimirakel begin de jaren negentig.