- Geld is in de eerste plaats een algemeen aanvaard ruilmiddel waarmee je kan betalen voor goederen of diensten, of waarmee je je schulden kan aflossen.
- Geld biedt ook een eenheid om “waarde” in uit te drukken, net zoals internationale eenheden als de meter, de seconde of de kilogram worden gebruikt. Deze functie maakt het vergelijken van de waarde van twee goederen bijvoorbeeld eenvoudiger. De shekel, nog altijd de munteenheid in Israël, was oorspronkelijk de gewichtsmaat voor gerst in het Tweestromenland. Het Britse pond sterling verwijst naar diens gewicht in zilver.
- Een derde functie is dat de vorm waarin geld gestalte krijgt – goudstaven, euromunten, kaurislakschelpen lang geleden rond de Stille Oceaan – ons in staat stelt om ons vermogen op te slaan, te vervoeren, desnoods in de grond te verstoppen. Uiteraard zijn er ook andere manieren mogelijk om waarde vast te houden: je kan land verwerven, of kunst kopen, of een fabriek uitrusten.
Maar de verschillende functies kunnen tot op zekere hoogte door verschillende vormen van geld worden uitgeoefend. Zo werd in de tijd van Shakespeare zilver gebruikt als gemeenschappelijke maatstaf, goud om betalingen op afstand te doen, en graan als standaard in langetermijnleases.